Soms komen er in een weerbericht termen voorbij die niet helemaal duidelijk. Hieronder tref je een aantal termen aan die verklaard worden.
Beaufort
De Ier Sir Francis Beaufort (1774-1857) is bekend om zijn windschaal, bedacht in 1838 op basis de hoeveelheid zeil die een groot schip kon voeren bij een zwakke bries, storm of orkaan. Uitgangspunt voor de schaal is de druk die de wind uitoefent op de zeilen.
Pas in 1873 werd de Beaufortschaal internationaal aanvaard en vandaag de dag is de schaal van Beaufort een uitgebreide dertiendelige schaal met de gevolgen van wind op zee en boven land. Vrijwel alle wind- en stormwaarschuwingen worden uitgedrukt in Beaufort.
Gevoelstemperatuur
In de wind kan het kouder aanvoelen dan uit de wind. Het warmteverlies onder invloed van de wind wordt uitgedrukt in een soort gevoelswaarde van de temperatuur, ook wel gevoelstemperatuur genoemd
Luchtvochtigheid
Lucht kan dus slechts een beperkte hoeveelheid vocht bevatten en die hoeveelheid hangt af van de temperatuur. De relatieve vochtigheid geeft aan hoeveel waterdamp de lucht bij de heersende temperatuur bevat, dus hoe vochtig het is. Een waarde van 100% wijst op een maximale hoeveelheid waterdamp: de lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve vochtigheid van 50% bevat de lucht bij de heersende temperatuur de helft van de maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp.
Weertermen verklaard,
Incoming search terms:
- beaufort afkorting
- afkorting beaufort
- Bft afkorting
- afkorting bft
Pingback: Verklaringen van weer termen | Het Wonderlijke Weer
Wat is een barokliene zone
Een barokliene zone is een zone waarin vrij grote temperatuurgradienten over ‘relatief kleine’ horizontale afstanden worden waargenomen (verschillende luchtsoorten). Een front is dus een voorbeeld van een barokliene zone. Aan de ene zijde duidelijk warmere lucht (in dit geval naar het oosten toe) en aan de andere kant frissere (polaire) lucht. De warme lucht wordt begrensd met een WF en de koude met KF. Het punt waard de beide elkaar ontmoeten noemt met het tripplepoint en markeert het begin van het geocludeerde deel van het front. In dit deel zijn de tegenstellingen tussen de lucht voor en achter de occlusie niet gek groot meer. Wanneer de barokliene zone verder occludeert wordt op ons halfrond van bovenaf (meestal vanuit noordelijke richting) de warmste lucht (voor het KF uit) opgetild omdat het KF doorgaans sneller beweegt dan het WF.
Je moet het eigenlijk zien als een ritssluiting die van bovenaf sluit; het KF haalt het WF in terwijl de warmste lucht in de warme sector in een steeds smaller wordend gebied naar het zuiden wordt terugverwezen en als het ware wordt ‘gesandwiched’ (lees: opgetild) door de 2 polaire luchtmassa’s.
Wat rest is een frontale zone die zijn sterkste temperatuursgradient verloren is. Bovendien markeert deze vaak de definitieve overgang naar de schone polaire lucht.
Bij oude frontale systemen zien we eigenlijk alleen nog maar een geocludeerd frontaal systeem terug zonder WF en KF. Als het occlusieproces begonnen is stopt 9 van de 10 keer het uitdiepen van het laag onmiddellijk.
en wat is de defenitie van een storm???